Digitaal voor dummy’s

Hans Barendregt - Verkoop en Marketing Directeur: Het juridische werkveld digitaliseert in rap tempo. Deze digitalisering brengt ook nieuwe termen met zich mee. Veel blogs, lezingen en artikelen gaan er min of meer vanuit dat de lezer de betekenis van deze nieuwe termen kent, maar is dat ook zo? In de praktijk blijkt dit niet altijd het geval te zijn. En domme vragen stellen….tsja… 

Voor dié lezer en luisteraar is deze blog. Een simplistische uitleg van termen die u tegenkomt in artikelen, blogs, lezingen, maar ook in offertes en op uw facturen. Wat betekent al die computertaal?

• Anti-malware versus anti-SPAM. Is niet hetzelfde, maar de software doet wel hetzelfde: is een verzamelwoord voor programma’s die een computer beschermen tegen malware aanvallen en anti-SPAM voorkomt dat ongewenste e-mail in uw inbox terechtkomt.
• Bandbreedte. Heeft te maken met uw internetsnelheid. Hoe hoger de bandbreedte, des te hoger uw internetsnelheid.
• Cloud. Werkt u volledig in de Cloud, dan heeft u uw bestanden niet meer op een server op uw kantoor staan, maar op een server in een datacentrum. Er zijn ook hybride vormen waarbij u bepaalde software op een eigen server op kantoor heeft staan en bijvoorbeeld uw bedrijfsgegevens in de Cloud.
• Datacentrum. Een zwaar beveiligd gebouw bomvol serverkasten, maar ook faciliteiten als noodstroomvoorzieningen en blusinstallaties. In plaats van dat honderden bedrijven een eigen server op kantoor hebben staan en moeten onderhouden, maken zij via de Cloud gebruik van de serverruimte in het datacentrum.
• Ethical hacking. Daar waar een kwaadwillende hacker tot doel heeft om door middel van een lek gegevens te stelen of een systeem plat te leggen, hebben ethical hackers tot doel eventuele zwakheden in een systeem bloot te leggen zodat het gerepareerd kan worden.
• Firewall. Een firewall beschermt uw netwerk tegen ongeoorloofd verkeer van buiten en naar buiten. Het functioneert als een brandmuur tegen hackers, SPAM, virussen en malware.
• Glasvezel. Wordt toegepast voor datacommunicatie omdat het veel meer data kan verwerken dan de traditionele (telefoon)kabels.
• Hosted Exchange. Een cloud-oplossing waarmee u uw e-mail en agenda kunt beheren op uw mobiele telefoon, tablet of pc.
• IP-adres. Nummer waarmee een pc wordt geïdentificeerd. Vergelijkbaar met een telefoonnummer of postcode+huisnummer.
• Junkmail. Engels woord voor ongewenste e-mail of spam.
• Kabelverbinding. Internet via het kabelnetwerk van een televisieprovider.
• Licenties. Eigendomsbewijs voor software.
• Multifunctional. Apparaat waarmee u zowel kunt printen, scannen, kopiëren en/of faxen.
• NAS. Opslag dat gekoppeld is aan uw netwerk.
• OTP Code. Eenmalige code waarmee u toegang krijgt tot een systeem op basis van bezit. Bijvoorbeeld via een sms op uw telefoon of een app waarmee u uw code kunt verkrijgen.
• Penetratietest. Brengt in kaart of en hoe de beveiliging van uw systemen werkt. Niet alleen op technisch vlak, maar ook bijvoorbeeld beleidsmatig en procedureel of met betrekking tot de reactie(snelheid).
• Redundantie. Een oplossing is redundant als het zodanig is opgebouwd dat bij uitval een tweede (dus redundante) oplossing het overneemt. Denk bijvoorbeeld aan een redundante internetoplossing, waarbij u standaard via glasvezel werkt. Valt de glasvezelverbinding om welke reden dan ook uit, dan kunt u gebruikmaken van een alternatieve internetverbinding via bijvoorbeeld ADSL, kabel of 4G.
• SSLRDP Authenticator App. App waarmee u op uw smartphone een OTP code ontvangt voor inloggen in uw bedrijfsomgeving.
• Two-step authentication. Veilig inloggen doet u niet alleen met een gebruikersnaam en wachtwoord (kennis), maar ook met een bewijs dat u daadwerkelijk degene bent die inlogt (bezit). Een voorbeeld hiervan is eerst inloggen met gebruikersnaam en wachtwoord en daarna inloggen met een OTP code die u iedere keer dat u wilt inloggen ontvangt op uw telefoon. 
• UTP kabel. Technische benaming voor een netwerkkabel.
• Virus. Ongewenst programma of code waardoor uw werkomgeving verstoord wordt of ongemerkt cruciale informatie wordt afgetapt.
• Webapplicatie. Software of programmaatje dat via een webserver of browser gebruikt wordt. Denk bijvoorbeeld aan webmail.
• Zero Day aanval. Is een aanval door hackers op dezelfde dag dat een zwakheid in een softwareprogramma wordt ontdekt, dus voordat de ontwikkelaar tijd heeft gehad om de zwakheid te verhelpen.

Bovenstaande is uiteraard een simplistische omschrijving van een selectie van computertermen. Komt u ICT-termen tegen in offertes, artikelen of blogs waarvan u geen idee hebt wat de betekenis is? Durf ons uw dummy-vragen te stellen. Wij geven u graag een antwoord in duidelijke taal.